Je hebt verschillende soorten snowboards: 

1.   Freeride of een allmountain board

• deze wordt vooal gebruikt voor de normale piste of als je een bikkel bent off piste (niet aangegeven pistes).
• Je bepaald zelf hoe snel je gaat, deze snowboards zijn geschikt voor allerlei verschillende pistes.
• Je kan het snowboard herkennen aan de volgende punten:
  1. Het snowboard is langer en in het midden wat smaller.
  2. Het snowboard heeft een voor/achter kant dit wordt ook wel neus/staart genoemd, de neus is langer dan de staart. De bindingen (waar je voet in moet) staan iets naar achteren zodat je meer controle hebt over je snowboard.
  3. Als je van plan bent om te gaan snowboarden en je wilt snel van de piste af is het handiger om een iets langer snowboard te nemen, je staat dan steviger in je snowboard bij een hoge snelheid.

2.   Freestyle snowboard

• Met een freestyle snowboard kan je stunts en sprongen maken. Vaak heb je in een skigebied een stuntpark hier staan verschillende onderdelen om een stunt te maken bijvoorbeeld een schans. Freestyle kan ook op de piste door bijvoorbeeld zelf sprongen te maken in de lucht.
• Je kan het snowboard herkenenn aan de volgende punten:
1. Het snowboard is vaak korter,lichter maar wel iets dikker.
2. De vorm van de neus en staart zijn gelijk
3. Freestyle snowboarders nemen vaak een korter snowboard, omdat het makkelijker is om je stunts te maken.